Kokos als substraat is afkomstig van de schil, vaak aangeduid met de Engelse term ‘husk’. In landen als India en Sri Lanka dient de vezel uit de schil voor verschillende doeleinden, zoals matras- en autostoelvulling, matten en bezems.
Tijdens het proces van ontvezeling van de husk blijft het materiaal over dat zich tussen de vezels bevindt. Dit materiaal is fijn van structuur. De industrie duidt het aan als kokosgruis of soms kokospeat. Het is dus een bijproduct uit de vezelindustrie. Kokossubstraat is grover van structuur als de hele schil wordt gebruikt.
Dit gebeurt op plaatsen waar geen of een beperkte vezelindustrie is. De complete husk (inclusief vezels) wordt versneden of vermalen en gezeefd tot het gewenste formaat. Kokos komt ook voor in potgrondsubstraten. Vaak zijn dit de korte vezels uit de vezelindustrie.